Toon Musiał
Komen jullie vanavond bij mij eten ?Reeds van de avond tevoren was zij druk in de weer. Ze had afgewogen wat wel en wat niet kon en uiteindelijk een uitgebreid menu samengesteld. Rekening gehouden met haar portemonnee enerzijds en de culinaire degelijkheid anderzijds en het geheel moest een feestelijke indruk geven. En daar was ze in geslaagd, vond ze zelf. 's Morgens was ze de eerste in de winkel en ze deed haar inkopen. Vergeleek prijs en kwaliteit van verschillende produkten. Schrapte op het lijstje wat ze al in haar mand had gelegd en zag gaandeweg al het lekkers voor zich verschijnen. Ze zag ook Karl en Erik, voor wie ze dit feestje in mekaar had gestoken, gulzig toetasten, hun monden proppensvol stoppen, en och, het was hun gegund, want ze hield wel van die twee. Ze hoorde Eriks komplimentjes al over het eten en Karl, over haar nieuwe jurk. Ze zou het rustig afwimpelen met "zoveel werk was het nu ook weer niet" en "een nieuwe jurk? Die heb ik al maanden!". Ze overliep nog eens of ze niets vergeten was. Whisky, Grand Marnier, suiker, fruit, kruiden en wijn voor de sangria. Zoutjes en koekjes. Worteltjes, bloemkool, rapen, radijsjes en dipsauzen. Zalm, citroen, sla, tomaten, prei, augurken, kruiden. Nu had ze bijna de varkensrib vergeten. Terug naar de afdeling vleeswaren. En dan nog kaas en een paar flessen goede bordeaux om heerlijk slaperig van te worden. Ze had alles. Ziezo, hoofdstuk nummer een afgehandeld, dacht ze. Het was een beetje gek, dat ze dat allemaal deed, want er was eigenlijk niets speciaals aan de hand. Ze had Karl en Erik zomaar uitgenodigd, als blijk van haar genegenheid voor hun jarenlange vriendschap. En ze had ze alletwee samen uitgenodigd, omdat ze wist hoe gevaarlijk ze afzonderlijk waren, of tenminste: hoe onverschrokken ze zelf was, als het erop aan kwam. Daarom deze 'natuurlijke remming'. En ze glunderde bij deze gedachte. Ze wou dit feest zuiver houden, geen verliefde blikken, geen handjes vasthouden, geen gezoen, gewoon eten en drinken, alhoewel ze hoopte dat Karl of Erik iets later zou blijven. Maar dan totaal spontaan, onverwacht. De afwas laten we wel tot morgenvroeg staan, zou ze zeggen, niks van aantrekken, morgen hebben we zeeën van tijd. Deze zalige gedachte gaf haar moed om aan de voorbereidingen te beginnen. Ze kwamen tegen zeven uur. Ze had dus nog wel tijd. Ze had alles nauwkeurig getimed, zodat ze niet voor verrassingen kwam te staan. Daar had ze een hekel aan. Ze was niet van plan zich af te jagen. Alles moest eenvoudig af zijn om zeven uur. Zodat ze enkel maar in de keuken moest zijn om het eten te voorschijn te halen. Eerst zou de sangria klaar maken, want er kroop wat werk in het fruit schillen en het fruit mocht wel een tijdje trekken. Dan de zalm, want die had zijn tijd nodig om af te koelen. De varkensrib moest een drietal uren in bouillon gaar koken. Ondertussen kon zij de groenten klaar maken, de tafel dekken, en ze moest nog een bad nemen en haar haren wassen. Zich onopvallend mooi maken. En dan relaxed, haar gasten ontvangen. Ze sleet de hele dag met fruit schillen, groenten kuisen en in stukjes snijden, kruiden, proeven, bijkruiden. Ze had geen minuutje rust. Tegen vijf uur begon ze al de rommel af te ruimen. Een hele vuilbak vol. Ze begon al zoveel mogelijk af te wassen. En dan het bad in, gauwgauw. Het was half zeven. Ze kon- troleerde de zalm in de ijskast nog eens. Die lag er onder plastiekfolie vredig bij in zijn bed van sla, tomaten, eieren en schijfjes citroen. Ze proefde van de sangria: uitstekend. De varkensrib in de pot: zo goed als klaar. Straks gewoon op de plank leggen en opdienen met de salade van pepers, tomaten en ajuinen en dan samen gezellig voor de open haard: aardappels in zilverpapier poffen. Ze zette zich neer in het salon en bekeek aandachtig de feesttafel: nootjes, chips, koude bloemkool, worteltjes, rapen en radijzen met dipsausjes. Een paar glazen in handbereik, de kurkentrekker. Asbakken, want Karei rookte. Nog even sigaretten uit.de kast halen. Servetjes, borden en bestek op de vensterbank. Pas nu werd ze een beetje zenuwachtig. Ze nam een boek en probeerde te lezen, maar het ging haar niet af. Ze zette een plaat op. Karl en Erik mochten best iets vroeger komen, vond ze: alles stond klaar. Ze nam een stukje bloemkool en dipte in de whiskysaus. En daarna met het lepeltje roeren in de saus alsof er niemand was aangeweest. Zeven uur. Ze had al een paar keer door het raam gekeken of ze de jongens nog niet in de straat zag. Misschien hadden ze wel bloemen bij. Nog snel een vaas klaarzetten. Kwart na zeven. Telefoon. "Ach schat, ik herinner mij nu net, dat ik vanavond met jou had afgesproken. Is Karl er al? Nee ? Wel, die zal direkt wel komen binnenvallen. Nee, ik kan echt niet: een zakendineetje met mijn baas. Je had toch niets speciaals klaargemaakt? Een andere keer keer misschien? Daag!" Verbijsterd zakte ze weg in haar fauteuil. Ze wachtte op Karl. Die zal wel direkt komen binnenvallen, had Erik gezegd. Maar Karl kwam het eerste halfuur niet opdagen. De voorraad bloemkool, worteltjes en chips was gehalveerd. De sangria was lekker. Er stopte een. auto in de straat. Ze keek door het raam. Het was Karl niet. De varkensrib was klaar. Ze legde hem op de plank. Sneed er plakjes vanaf: lekker sappig roos vlees. Negen uur. Karl zal het wel vergeten zijn. Ze vond het zonde van al dat eten, van al dat werk. Ze probeerde haar tranen te onderdrukken. En zette nog een plaat op en at. Ze at en dronk. Tien uur. De pot sangria was leeg. Ze opende de flessen wijn en zette de kaats op tafel: gruyère, brie, geitekaas en trappistenkaas. "Het is normaal dat oudere mensen die te veel eten een hartaanval krijgen," zei de dokter achteraf, toen hij het laken over haar gezwollen gezicht trok. Alleszins: van het feestmaal schoot er geen kruimeltje meer over. Opgeruimd staat netjes. |