Toon Musiał    


Parabel van de Verloren Zoon.

Erwin S. moest al van zijn twaalfde meehelpen in de keuken. Vader S. had een tamelijk druk restaurant in de voorstad en kon alle hulp best gebruiken. Erwins taak bestond erin de mosselen te kuisen. Elke avond moesten er vijftig kilo mosselen klaar staan. Ook Erwins broer hielp mee: hij schilde de aardappelen. Samen maakten zij eerst hun huistaken en kweten zich daarna van hun huishoudelijke opdracht. Op zestien jaar liep Erwin van huis weg. Hij kwam in Parijs terecht, waar hij met zijn kleine fortuin een appartementje op de hoogste verdieping ergens in het Quartier Latin betrok.

De eerste maanden verliepen probleemloos. Hij had eten, drinken en onderdak. Hielp de krantenverkoper met het wegbrengen van dagbladen en kreeg daarvoor een kleine vergoeding die hem in staat stelde zijn huur te betalen. Na twee weken kocht hij zelfs een matras, zijn eerste aankoop. Hij was er terecht fier op.

De oude krantenverkoper overleed en de nieuwe uitbater had hem niet meer nodig. Vruchteloos zocht hij achter een andere job. Maar in heel Parijs scheen niemand zijn diensten nog op prijs te stellen. Hij raakte achter op de betaling van zijn kamer. De huisbaas begon vervelend te doen. Erwin trachtte uit te sparen op eten. Hij at slechts een keer per dag. Maar de

put in zijn financies werd er niet kleiner door. 's Avonds drentelde hij rond in de donkere straten. Leerde er mensen kennen, begon drugs te roken, gewoon zomaar om te proberen.

Zijn huisbaas zette hem op straat. Zijn vrienden lieten hem links liggen, niemand kon hem helpen. Hij voelde zich in de steek gelaten.

Hij bracht de nachten door aan de oevers van de Seine, tussen oude dronken clochards. Stal zijn eten als hij honger had, stal geld als hij wou roken. Hij leerde een oudere vrouw kennen die hem op haar appartement liet wonen. Voor zijn jeugdig zaad kreeg hij weer eten en drinken en onderdak. Hij was er haar dankbaar voor. Zij werkte overdag, ondertussen deed hij allerhande huiselijke karweitjes. En als zij 's avonds terugkwam, vertelde zij hem dat hij jeune en beau gargon was. En hij moest haar chérie noemen. Na een jaar zei ze hem dat hij moest vertrekken. Daar stond hij terug op straat. Hij wist niet goed wat doen en koos ontredderd de weg naar huis. Zijn vader bediende net een klant, als hij binnenkwam. Erwin S. was een beetje angstig, beschaamd omwille van zijn terugkeer. Hij had een nederlaag geleden. Zijn vader zei echter niet veel. Hij nam hem de koffer uit zijn handen en leidde zijn zoon naar de keuken. Daar stonden nog steeds kilo's mosselen, die tegen ' s anderendaags moesten gekuist worden.

Eng - Nld - Pol